Tips
Geen zaaitijd?
Bewaar zaadjes afgesloten in een goede bewaardoos op een koele, droge en donkere plaats zoals de koelkastlade om de kiemkracht optimaal te behouden.
• Zaaigrond Zeef of wrijf de zaai-en-stekgrond (speciaal substraat, bv. Pokon) nog een keer extra zodat alle klontjes er uit zijn. Zo kun je makkelijk verspenen en groeien worteltjes niet in elkaar. Maak het oppervlak van de zaai-aarde mooi vlak met iets vlaks als bv. een plankje. Laat de aarde wel luchtig, niet hard aandrukken dus alleen het oppervlak mooi egaliseren als een biljartlakentje. Dit voorkomt dat er meerdere zaadjes in één kuiltje vallen en na opkomst niet meer uit elkaar te halen zijn. Dit voorkomt wortelschade bij het individueel oppotten (verspenen).
• Verspenen Als de zaailingen na een aantal weken in de zaaibakjes blaadjes hebben zo groot als een duimnagel, pot ze dan individueel op in potjes/containers van bv 7cm x 7cm. Hiervoor kan een biologische potgrond gebruikt worden, zo een waar je kruiden en tomaten veilig in kan groeien voor consumptie. Op mooie dagen kunnen ze fijn naar buiten in het zonnetje maar bij koude (vorst)nachten gaan ze terug naar binnen waar het wat warmer is.
• Bemesten Het beste is als je de volle grond in het najaar bemest als alle tabak of andere gewassen er van af zijn. In het voorjaar het stukje grond omspitten. Test de grond op zuurgraad en voeg evt kalk en lavameel toe. Zanderige bodems kunnen meer vocht vasthouden met Bentoniet gesteentemeel en zorgt voor mooie groen blad en een stevige opbouw.
• Water Zonder water geen leven. Vanaf het moment van zaaien dien je regelmatig de aarde te controleren. Ook in een kweekbakje verdampt water uit de grond en gaat tegen de afdekking condenseren. Alleen maar afgaan op je ogen of de bovenzijde donker(nat) of licht(droog) is is niet aan te raden. Voel aan het bakje of het niet te licht is, geef voorzichtig wat water maar zeker niet te veel.
• Uitzetten Bij half Mei zouden de jonge plantjes in de volle grond geplant kunnen worden. Houd de weersvoorspellingen goed in de gaten maar probeer ook op je eigen gevoel af te gaan want met een nachtvorst kun je alsnog alles verliezen. Natuurlijk kun je ook hulpmiddelen inzetten zoals kas of (aardbei) tunneltjes. Zet de plantjes in een flauwe kuil zodat je plaatselijk kan wateren in het begin en de plant straks vanzelf al wat dieper en steviger staat na het aanaarden als ze knie-hoog zijn.
• Verzorgen Als de plantjes eenmaal in de volle grond staan en regen blijft uit, giet de tabak dan regelmatig. Het beste is dat ze zelf water zoeken en een sterk wortelgestel aanmaken, en zo zie je dat je de natuur af en toe een handje mag helpen.
• Slap hangen Bij zeer warm tot heet weer zal de plant zichzelf beschermen door wat slap te gaan hangen. Dit is normaal bij tabak. Mocht dit voorkomen bij jonge plantjes die pas net in de volle grond staan dan is een extra watergift aan te bevelen omdat de wortels nog niet al te diep zitten en zelf water kunnen opnemen. Na een paar weken in de volle grond hoeft er meestal geen extra water meer gegeven te worden. Te lang water blijven geven maakt de wortels lui en gaan ze zelf niet meer op zoek.
• Oogsten Rond de 3e week van juli begint de eerste ronde van de oogst. Neem per plant de 3 onderste bladeren af met een zijwaartse beweging en je die heerlijk ‘knik’ van het afbreken hoort. Oogsten is het beste in de ochtend, dan kan de plant overdag de wond laten drogen. Was de afgenomen bladeren in een ruime bak of kuip met (regen)water en een zachte bad- of ouderwetse klerenborstel. Zand, vliegenpoepjes, stof, dondervliegjes, pluisjes, fijnstof, veertjes en andere ongerechtigheden krijg je er zo makkelijk af. Dan weet je zeker dat je eindproduct schoon zal worden. Ze zijn nu klaar om aan te rijgen en op te hangen op een verluchtende plaats. Blijf het plukken nu iedere 10 tot 14 dagen herhalen tot de plant leeg is. Op die wijze kan de geoogste tabak in temperaturen boven de 20 graden Celsius mooi van groen naar geel ‘curen’ zodat ie daarna echt mag drogen.
• Curen is het natuurlijke proces van omzetting van bladgroen (chorofiel) tot zetmelen en suikers in het tabaksblad. Bladgroen smaakt (ook in hoge mate bij consumptie groenten) erg hard en stinkt tijdens het roken, het groen moet er voordat de tabak werkelijk opdroogt zoveel mogelijk uit. Echter kunnen donkergroene bladeren keurig curen en drogen naar een donker bruine kleur. Als de omstandigheden van luchtvochtigheid en temperatuur maar in de gaten en ‘aangevoeld’ worden.
• Zware De typische smaak en geur van ‘zware’ tabak wordt verkregen door vers geoogste bladeren te roken/curen in een ruimte (schuurtje, grote rookton etc) met een rokerig vuurtje van hardhout zoals eik, esdoorn, walnoot, kers, beuk, teak, maar mixen met berken(bast) en kruiden als laurier, kruidnagel, thijm, rozemarijn, munt etc kan ook. Ruik het verschil tussen een sigarettentabak en (half) zware shag, aan de donkere tabak ruik je het vuur en de rook.